Schijncommunicatie of échte verbinding

Marion, doof geboren, wil een wijziging in haar burgerlijke staat doorgeven. Als ze op het Gemeentehuis komt wordt haar verteld dat ze dit alléén telefonisch kan doen. (Ja, óók als ze doof is!) 
Mijn collega is een dagje uit in onze Culturele hoofdstad Leeuwarden en belandt in de ‘TalenTuin’. Als zij en haar partner daar iets willen drinken worden ze bediend door een dove medewerker. Met ogen en handen maken ze duidelijk wat ze willen. 

Deze twee voorbeelden illustreren het verschil tussen schijncommunicatie en échte verbinding. In het geval van de Gemeente wordt - zonder contact - gecommuniceerd via de regels. Met de medewerker in de TalenTuin komt - zonder taal - door echte verbinding de boodschap over. 

Schijncommunicatie ontstaat door solidariteit met systemen en protocollen, terwijl je hart wellicht bij mensen ligt. In onze werkwereld liggen de voorbeelden voor het oprapen; de leerkracht die met zijn hart voor het lesgeven heeft gekozen en relatief veel tijd kwijt is aan het invullen van formulieren. De zorgverlener die aandacht wil geven aan de kwetsbare mens, en hierbij belemmerd wordt door allerlei regels en protocollen. 

Momenten waarop we onze kracht verliezen
Momenten waarop het systeem regeert en het wint van onze eigenheid
Momenten waarop echte verbinding plaats maakt voor schijncommunicatie. 

Regels, protocollen, systemen, ze kunnen allemaal de helpende hand bieden bij het structureren en vormgeven van onze complexe samenleving. Maar ze verliezen hun waarde op het moment dat ze belangrijker worden dan wij, de mens. Als we gaan geloven in de illusie dat we - als we alle regels maar goed opvolgen - alles onder controle hebben. Op dat moment creëren we de schijn dat we met elkaar communiceren. Maar voelen we geen wezenlijke verbinding met de ander.

De samenleving, die maken we zelf. Echt contact ontstaat als je - met je talent én imperfectie - durft te zijn wie je bent én open staat voor de ander. Dat begint telkens opnieuw met de vraag ‘wat wil IK leidend laten zijn in mijn leven!’